Hotspots voor sleutelprogrammering verbinden
In deze sectie wordt beschreven hoe u een hotspot voor sleutelprogrammering verbindt.
Ga als volgt verder.
- Zorg dat de Net Bridge-schakelaar in de STANDBY-stand staat.
-
Verbind een hotspot voor sleutelprogrammering met een geprepareerde Net Bridge of vervolg de bus vanuit het laatste verbonden busapparaat op de hoofdbus, volgens het verbindingsschema in iLOQ Online - Ontwerpgids.
Opmerking:
Als u de bus vervolgt vanuit een ander busapparaat, vergeet dan niet de busbeëindiging te verwijderen (“TERMINATION” = ”OFF”) uit het apparaat vanuit waar u de bus vervolgt.
- Stel TERMINATION (“TE/TEST”) in op ”ON” als dit busapparaat het laatste apparaat is in deze busvertakking. Stel deze anders in op “OFF”.
- Noteer het serienummer van de hotspot voor sleutelprogrammering.
- Wanneer u ook de overige busapparaten hebt verbonden, voltooit u de Net Bridge-configuratie eenmaal (raadpleeg De busapparaatconfiguratie op Net Bridge voltooien) en gaat u verder met deze procedure.
- Voor iLOQ Manager 5-serie-software controleert u of de verbonden hotspot voor sleutelprogrammering is gerapporteerd aan de apparatenlijst van de Net Bridge. U kunt de hotspot voor sleutelprogrammering herkennen aan het serienummer.