Busadressen en busbeëindiging
Elk apparaat dat is verbonden met de hoofdbus moet zijn eigen, unieke busadres hebben. Er bevindt zich slechts één bus op de Net Bridge, zelfs wanneer de bus is vertakt. De Net Bridge wijst busadressen automatisch toe. Als u een apparaat hebt waarop het busadres kan worden ingesteld met vaste dipswitches, kunt u deze negeren.
Beëindig de laatste deurmodule of I/O-kaart op de bus of tak door de beëindiging ”ON” te zetten als de bus niet verdergaat naar het volgende apparaat. Om de beëindiging in te stellen, drukt u op de knop ”TE/TEST” totdat de indicator ”TERM” gaat branden. Als er zich meerdere takken in de bus bevinden, beëindigt u het laatste apparaat op elke tak.