S50-telefoonsleutels toevoegen

In deze sectie wordt beschreven hoe u S50-telefoonsleutels toevoegt aan het iLOQ-vergrendelingssysteem.

Opmerking:

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje (*).

Ga als volgt verder.

  1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

  2. Selecteer Sleutel toevoegen.
    De wizard Sleutel toevoegen wordt geopend.
  3. Selecteer Sleutel toevoegen.
  4. Geef in het veld De naam/beschrijving van de sleutel de sleutel een naam.
    Tip:

    Gebruik bijvoorbeeld de naam “Hoofdsleutel” of “Medewerker”.

    Tip:

    Als u verschillende afzonderlijk genummerde sleutels wilt maken, voert u het begincijfer aan het eind van de naam in. Als u bijvoorbeeld twee sleutels maakt en in dit veld “Sleutel 4” invoert, krijgt u “Sleutel 4” en “Sleutel 5”.

  5. Geef de Startdatum voor de sleutel op.

    Deze waarde geeft de startdatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd in gebruik wordt genomen.

  6. Geef de Einddatum voor de sleutel op.

    Deze waarde geeft de einddatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd uit gebruik wordt genomen.

  7. Indien noodzakelijk, voert u in het veld Geplande retourdatum de geplande retourdatum in.
    Opmerking:

    Dit veld is uitsluitend ter informatie, voor de beheerder. De waarde heeft geen effect op de geldigheid van de sleutel.

  8. Selecteer het sleuteltype S50-telefoonsleutel.
  9. Selecteer het vervalinterval voor sleutels.

    U kunt een vervalinterval voor de sleutel instellen. Het vervalinterval voor sleutels is een beveiligingsvoorziening die vereist dat de gebruiker regelmatig sleutels van de server vernieuwt, zodat toegangsrechten altijd zijn bijgewerkt.

    Als er een standaard vervalinterval voor sleutels van het systeem is opgegeven, wordt deze voorgesteld voor de sleutel. U kunt een sleutelspecifiek vervalinterval opgeven door de voorgestelde tijd te bewerken.

    Wanneer de telefoon geen verbinding meer heeft met het mobiele netwerk, begint het vervalinterval voor sleutels te lopen. Wanneer deze tijd is verstreken, wordt de telefoonsleutel ongeldig.

  10. Klik op Next (Volgende).
  11. Optioneel: Selecteer het perceel voor de sleutel.
  12. Klik op Next (Volgende).
  13. Indien noodzakelijk, selecteert u de persoon aan wie de sleutel wordt overhandigd.

    Wanneer u een grote hoeveelheid sleutels aan het maken bent, selecteert u in deze fase nog geen persoon.

    Tip:

    Als de gewenste persoon niet staat vermeld op de persoonlijst, kunt u een nieuwe persoon aanmaken door op de rechtermuisknop te klikken en Nieuwe persoon toevoegen te selecteren.

  14. Optioneel: Selecteer de zone voor de sleutel.

    Deze keuze bepaalt de gebruikerszones waarin de sleutel zichtbaar is.

  15. Klik op Next (Volgende).
  16. Selecteer de toegangsrechten voor de sleutel
    1. Selecteer de gewenste toegangsrechten in de lijst aan de linkerkant. Selecteer, bijvoorbeeld, "Loper toegangsrecht" voor de "Loper".
    2. U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
      • — Klik op de knop Pijlen rechts om alle items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl rechts om het geselecteerde item of de geselecteerde items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl links om het geselecteerde item of de geselecteerde items uit de lijst te verwijderen.
      • — Klik op de knop Pijlen links om alle items uit de lijst te verwijderen.
  17. Klik op Next (Volgende).
  18. Geef tijdsprofielinstellingen voor de sleutel op.

    Selecteer een van de volgende opties:

    • Tijdsprofielen niet in gebruik - Tijdsprofielen zijn niet in gebruik op de sleutel.

    • Tijdsprofielen selecteren - Selecteer deze optie om tijdsprofielen voor de sleutel te selecteren.

      U kunt als volgt de selectie van tijdsprofielen beheren met de pijlknoppen:

      • — Klik op de knop Pijlen rechts om alle items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl rechts om het geselecteerde item of de geselecteerde items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl links om het geselecteerde item of de geselecteerde items uit de lijst te verwijderen.
      • — Klik op de knop Pijlen links om alle items uit de lijst te verwijderen.

      Bij selectie van:

      • Een vast tijdsprofiel kunt u de inhoud ervan in het gebied aan de rechterkant bekijken.

      • Een bewerkbaar tijdsprofiel kunt u de inhoud voor deze specifieke sleutel in het gebied aan de rechterkant bekijken en bewerken.

  19. Klik op Next (Volgende).
  20. Selecteer de hoofdzone voor de sleutel.

    De hoofdzone definieert de zone waaruit de blocklist van de sleutel wordt opgehaald. Zie Hoofdzone van de sleutel.

  21. Klik op Next (Volgende).
  22. Selecteer het aantal aan te maken sleutels.

    Kies ook de naamconventie voor de sleutels. De opties zijn:

    • Gelijknamige maken — Alle sleutels krijgen dezelfde naam.

    • Opeenvolgende nummers — Sleutels worden afzonderlijk genummerd.

  23. Klik op Next (Volgende).
  24. Selecteer hoe u verder wilt gaan:
    • Laat sleutels in planningsstatus — Selecteer Laat sleutels in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

    • Verstuur sleutels — Selecteer Verstuur sleutels als u de programmeertaak naar de telefoon wilt verzenden.

  25. Klik op Next (Volgende).
  26. Er wordt een overzichtsvenster weergegeven.
  27. Klik op Ready (Gereed).
  28. Selecteer hoe de sleutels naar de telefoon moeten worden verzonden.

    De opties zijn SMS of E-mail. Voer de informatie in.

  29. Selecteer Autoriseren.
  30. Er wordt een overzichtsvenster weergegeven.
  31. Klik op Close (Sluiten).