Tijdprofielen van sleutels bewerken

In deze sectie wordt beschreven hoe u tijdslimieten van sleutels bewerkt in iLOQ Manager 5-serie.

Opmerking:

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje (*).

Ga als volgt verder.

  1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

  2. Selecteer de gewenste sleutel.
  3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Tijdsbeperkingen bewerken.
    De wizard Bewerk sleutel tijdprofielen wordt geopend.
  4. Selecteer Tijdprofielen van sleutel bewerken.
  5. Geef de geldigheid van de sleutel en tijdprofielen op.

    De opties zijn:

    • Startdatum — Deze waarde geeft de startdatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd in gebruik wordt genomen.

    • Einddatum — Deze waarde geeft de einddatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd uit gebruik wordt genomen.

    • Automatische verlenging van de in gebruik zijnde einddatum — Zie Automatische verlenging van de einddatum inschakelen voor S5-sleutels en S50 Key Fobs.

    • Tijdprofielen niet in gebruik — Als u dit keuzerondje selecteert, gebruikt de sleutel geen tijdprofielen.

    • Selecteer tijdprofielen voor de sleutel — Als u dit keuzerondje selecteert, gebruikt de sleutel tijdprofielen.

      Selecteer de gewenste tijdprofielen in de lijst aan de linkerkant.

      U kunt als volgt de selectie van tijdprofielen beheren met de pijlknoppen:

      • — Klik op de knop Pijlen rechts om alle items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl rechts om het geselecteerde item of de geselecteerde items naar de lijst te verplaatsen.
      • — Klik op de knop Pijl links om het geselecteerde item of de geselecteerde items uit de lijst te verwijderen.
      • — Klik op de knop Pijlen links om alle items uit de lijst te verwijderen.

      Bij selectie van:

      • Een vast tijdprofiel kunt u de inhoud ervan in het gebied aan de rechterkant bekijken.

      • Een bewerkbaar tijdprofiel kunt u de inhoud voor deze specifieke sleutel in het gebied aan de rechterkant bekijken en bewerken.

  6. Klik op Next (Volgende).
  7. Selecteer hoe u verder wilt gaan:
    • Voor het sleuteltype Telefoon:

      • Laat sleutels in planningsstatus — Selecteer Laat sleutels in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Verstuur sleutels — Selecteer Verstuur sleutels als u de programmeertaak naar de telefoon wilt verzenden.

    • Voor het sleuteltype Key Fob of S5:

      • Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutel in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Sleutel autoriseren — Selecteer Sleutel autoriseren als u de programmeertaak wilt aanmaken maar deze later wilt uitvoeren, of als u de sleutel op afstand wilt programmeren via een telefoon.

      • Autoriseren en uitstellen programmering via hotspot — Selecteer Autoriseren en uitstellen programmering via hotspot als u de programmeertaak wilt uitstellen tot de sleutel wordt gebruikt via de hotspot voor sleutelprogrammering.

        Definieer ook de tijd vanaf wanneer de programmeertaak beschikbaar is via de hotspot voor sleutelprogrammering.

        Deze optie is alleen zichtbaar als het iLOQ Online System en de hotspotfunctie voor sleutelprogrammering zijn ingeschakeld.

        Deze optie kan alleen voor sleutelwijzigingen worden gebruikt, niet voor nieuwe sleutels.

      • Sleutel autoriseren en programmeren — Selecteer Sleutel autoriseren en programmeren als u de programmeertaak wilt aanmaken en deze onmiddellijk wilt uitvoeren.

      • Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen — Selecteer Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen als u de programmeertaak wilt aanmaken, deze onmiddellijk wilt uitvoeren voor een sleutel, en de sleutel wilt overhandigen.

      • Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutel in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Sleutel autoriseren — Selecteer Sleutel autoriseren als u de programmeertaak wilt aanmaken maar deze later wilt uitvoeren, of als u de sleutel op afstand wilt programmeren via een telefoon.

      • Sleutel autoriseren en programmeren — Selecteer Sleutel autoriseren en programmeren als u de programmeertaak wilt aanmaken en deze onmiddellijk wilt uitvoeren.

      • Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen — Selecteer Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen als u de programmeertaak wilt aanmaken, deze onmiddellijk wilt uitvoeren voor een sleutel, en de sleutel wilt overhandigen.

  8. Klik op Next (Volgende).
  9. Er wordt een overzichtsvenster weergegeven.
  10. Volg de wizard om de procedure te beëindigen.