Een Net Box toevoegen

In deze sectie wordt beschreven hoe u een Net Box toevoegt aan iLOQ S10 Locking System.

Voordat u begint:

  • Sluit de netwerkmodule aan volgens de afzonderlijke instructies. U hoeft de netwerkmodules echter niet te installeren op de locatie, als de locatie gebruikmaakt van het DHCP-protocol voor het verstrekken van het IP-adres en overige gerelateerde configuratie-informatie voor netwerkmodules.
  • Schakel de netwerkmodule uit, en verwijder de lege token uit de tokenhouder in de netwerkmodule.
  • U hebt een USB-geheugenstick nodig. Het geheugen moet niet worden versleuteld, en het moet worden geformatteerd als FAT32.
  • Zorg dat u beschikt over de juiste licentie voor de netwerkmodule.
  • U hebt het hoofdwachtwoord van het vergrendelingssysteem nodig tijdens de installatie.

Ga als volgt verder.

  1. Selecteer Beheer > Overzicht netwerkmodules.

  2. Selecteer Netwerkmodule toevoegen.
    De wizard Toevoegen van een netwerkmodule wordt geopend.
  3. Selecteer Netwerkmodule toevoegen.
  4. Voer de basisinformatie voor de netwerkmodule als volgt in:
    • Naam — Voer in dit veld een naam in voor de nieuwe netwerkmodule. Gebruik een beschrijvende naam. U kunt bijvoorbeeld een naam gebruiken die u herinnert aan de locatie van de netwerkmodule.
    • Type — Selecteer het gewenste netwerkmoduletype in het keuzemenu.
    • Licentie — Selecteer het juiste licentietype in het keuzemenu.
    • Heeft hotspot voor sleutelprogrammering — Schakel dit selectievakje in als er een hotspot voor sleutelprogrammering is gekoppeld aan de netwerkmodule.

    Selecteer het keuzerondje Actief. U kunt het keuzerondje Niet in gebruik selecteren als u nog niet beschikt over een actieve licentie, maar de netwerkmodule toch wilt configureren.

  5. Selecteer Volgende.
  6. Selecteer Volgende.
  7. Vul de instellingen voor de netwerkmodule als volgt in:
    • ServiceadresServiceadres is het serveradres van het vergrendelingssysteem. Accepteer het voorgestelde adres.

    • Beheerders-ID — Selecteer de Beheerders-ID voor de netwerkmodule in het keuzemenu.

      Als het keuzemenu Beheerders-ID geen beheerders bevat, selecteert u Nieuwe beheerder netwerkmodule toevoegen om een nieuwe beheerder toe te voegen, en volgt u de wizard.

      Tip:

      Gewoonlijk is één netwerkmodulebeheerder voor elk vergrendelingssysteem voldoende, zelfs wanneer er meerdere netwerkmodules in gebruik zijn.

    • Wachtwoord — Voer in dit veld het Wachtwoord voor de netwerkmodulebeheerder in.

  8. Selecteer Volgende.
  9. Vul de tijdinstellingen voor de netwerkmodule als volgt in:
    • Wijzig tijdinstellingen — Schakel het selectievakje Wijzig tijdinstellingen in als u het interval voor de audit-trailverzameling wilt wijzigen.

    • Interval audit-trailverzameling — Selecteer in dit keuzemenu het gewenste interval voor de audit-trailverzameling. De opties zijn:

      • Geen schema — Selecteer deze optie als u de audit-trail niet automatisch wilt verzamelen.
      • Een keer per week — Selecteer deze optie om wekelijks audit-trails te verzamelen.
      • Een keer per dag — Selecteer deze optie om dagelijks audit-trails te verzamelen.
      Opmerking:

      Dit is alleen van toepassing op netwerkmodules met een Pro-licentie.

  10. Selecteer Volgende.
  11. Indien noodzakelijk, vult u de instellingen voor het lokale netwerk in.
    Als de netwerkmodule zich in een netwerk bevindt waarin IP-adressen worden verkregen via een DHCP-server, hoeft u de instellingen voor het lokale netwerk niet in te vullen. Als dit niet het geval is, vraagt u de vereiste gegevens op bij de netwerkbeheerder.
  12. Selecteer Volgende.
  13. Indien noodzakelijk, verandert u het nummer van de firewall-poort voor het ontvangen van berichten. Vraag de vereiste gegevens op bij de netwerkbeheerder.
  14. Selecteer Volgende.
  15. Verbind een geheugenstick met de USB-poort van de computer.
  16. Selecteer het keuzerondje Bestand opslaan op geheugenstick en selecteer de diskdrive van de geheugenstick (bijvoorbeeld, J:\). Het programma voegt de bestandsnaam automatisch toe.
    Als alternatief, kun u het keuzerondje Bestand opslaan op schijf selecteren om het bestand op te slaan op uw vaste schijf, in de directory van uw keuze, en het bestand later naar de geheugenstick te kopiëren. Als u hiervoor kiest, plakt u het bestand in de rootdirectory van de geheugenstick (niet in een subdirectory).
  17. Selecteer Volgende.
  18. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
  19. Selecteer Gereed.
  20. Typ het hoofdwachtwoord van het vergrendelingssysteem.
  21. Plaats de lege token die u uit de tokenhouder hebt gehaald in de socket van de Programmer.
    Zorg dat de token op zijn plaats klikt.
  22. Wacht totdat de token is geprogrammeerd.
  23. Plaats de inlogtoken in de socket van de Programmer.
    Zorg dat de token op zijn plaats klikt.
  24. Selecteer Sluiten.
  25. Plaats de token in de tokenhouder in de netwerkmodule.
  26. Plaats de geheugenstick in de USB-poort van de netwerkmodule.
  27. Schakel de netwerkmodule in.
  28. Volg de LED-sequentie:
    1. Groen ST2 brandt ten teken dat de hoofdtoken op de juiste plaats zit.
    2. Er wordt een interne testprocedure gestart. Tijdens de procedure knippert ST1 een paar keer oranje.
    3. Controleer of ST1 vijf keer groen knippert, ten teken dat ST1 gegevens leest vanaf de geheugenstick. Als ST1 niet groen knippert, en rood wordt, kan de netwerkmodule de geheugenstick niet lezen. Als dit het geval is, probeert u de netwerkmodule toe te voegen via een andere geheugenstick, of formatteert u de geheugenstick naar het FAT32-bestandssysteem.
    4. Als ST1 onafgebroken groen brandt, is de serververbinding met succes getest.
  29. De netwerkmodule rapporteert zichzelf aan de server.
  30. De netwerkmodule is nu gereed voor gebruik.
  31. Plaats de netwerkmodule op de plattegrond.
    De procedure is vergelijkbaar met de procedure voor het plaatsen van cilinders op de plattegrond. Voor meer informatie, raadpleegt u sectie Cilinders op een plattegrond plaatsen.