De netwerkmodule-eigenschappen weergeven
In deze sectie wordt beschreven hoe u de eigenschappen van netwerkmodules weergeeft in iLOQ S10 Manager.
Ga als volgt verder.
-
Selecteer Beheer > Overzicht netwerkmodules.
-
De netwerkmodules worden weergegeven in de roosterweergave. Voor meer informatie over een individuele netwerkmodule, dubbelklikt u op de netwerkmodule.
Netwerkmodulespecifieke gegevens zijn, ingedeeld via tabbladen:
- Basisinformatie — Het tabblad Basisinformatie bevat de basisinformatie over de geselecteerde netwerkmodule. De kolommen worden beschreven in sectie Overzicht netwerkmodules.
- Cilinders — Het tabblad Cilinders bevat informatie over de cilinders die zijn verbonden met de netwerkmodule. De kolommen worden beschreven in sectie Overzicht cilinders.
- Via netwerk verbonden — Het tabblad Via netwerk verbonden bevat de netwerkinformatie over de geselecteerde netwerkmodule. De velden zijn:
- Netwerkmodule — Deze kolom bevat de naam van de netwerkmodule.
- IP en poort — Dit veld bevat het openbare IP-adres en de firewallpoort van de netwerkmodule.
- MAC-adres — Dit veld bevat het MAC-adres van de netwerkmodule.
- Rapportagedatum — Dit veld bevat de datum en tijd waarop de netwerkmodule de server voor het laatst pollede.
- Verbindingsdatum — Dit veld bevat de datum en tijd waarop de netwerkmodule voor het laatst werd opgestart.
- Programmeerapparaatversie — In dit veld wordt de softwareversie weergegeven van het interne programmeerapparaat dat wordt gebruikt voor het controleren van de via een netwerk verbonden cilinders.
- Softwareversie — Dit veld bevat de softwareversie van de netwerkmodule.
- Kalender bijgewerkt — Dit veld bevat de datum en tijd waarop de kalendergegevens voor het laatst werden opgehaald van de server.
- Laadstation-wachtrij op afstand — Het tabblad Laadstation-wachtrij op afstand bevat informatie over de taakwachtrij op het laadstation op afstand. De kolommen zijn:
- Type — Deze kolom bevat het type programmeertaak in de wachtrij.
- Naam — Deze kolom bevat de naam van de sleutel of de locatie van de cilinder.
- Status — Deze kolom bevat de programmeerstatus van de cilinder of de sleutel.
- Doel/persoon — Deze kolom bevat informatie over het vergrendelingsdoel of de naam van de persoon aan wie de sleutel is gekoppeld.
- Plattegrond — Deze kolom bevat de plattegrond waarop het doel van de taak is weergegeven.
- Perceel — Deze kolom bevat het perceel waar het doel van de taak zich bevindt.
- Druk vervolgens op de knop Sluiten.