Bedieningsmodus 8
Deze bedieningsmodus is bedoeld voor het verbinden van een of twee via een netwerk verbonden cilinders, die de relais-output K1 besturen.
Een toepassing is die van een alarmdeur, of een deur waarbij een magneetcilinder wordt omgeleid door een geldige plaatsing van een sleutel in de cilinder.
Als de cilinder wordt geopend met een geldige sleutel, of als de drukknop wordt geactiveerd, wordt de relais-output K1 geactiveerd die het deurmagneetcontact omleidt, of wordt de magneetcilinder geopend gedurende een vaste tijd van 3 seconden.
In dit geval geldt het volgende:
-
De deurmodule wordt niet geprogrammeerd.
-
De relais-output K1 kan niet kalendergestuurd zijn. Hierdoor wordt omleiding van een alarmdeur via iLOQ S10 Manager voorkomen.
In de tabel hieronder worden de inputs weergegeven die de outputs K1 en K2 besturen, en wordt weergegeven of de outputs kalendergestuurd zijn en of de deurstatus kan worden verbonden met de input.
K1 | K2 | DEURSTATUS | |
---|---|---|---|
L1 | X | ||
L2 | X | ||
IN1 | X | ||
IN2 | X | ||
Kalender | X |
U kunt elke potentiaalvrije contactinformatie, zoals een magnetisch deurcontact, verbinden met IN2. Op deze manier kunt u verzoeken om de deurstatusinformatie via iLOQ S10 Manager en het gebeurtenissenlogboek voor de deurstatus bekijken. Als u bijvoorbeeld statusinformatie moet ophalen van zowel de ‘strike plate’ van de cilinder als de deur, kunt u de de cilinder- en deurcontacten serieel verbinden. In dit geval geeft de status aan of de deur is gesloten en vergrendeld, of niet.
U kunt deze installatie implementeren volgens de instructies in Een op afstand beheerde cilinder verbinden. Stel de OPTIES dipswitches als volgt in:
S1 | UIT |
S2 | AAN |
S3 | AAN |
S4 | AAN |
S5 | UIT |