Bedieningsmodus 4
Deze bedieningsmodus is bedoeld voor het verbinden van een Sleutellezer of RFID-lezer voor het besturen van een elektrische cilinder, die beide relais-outputs besturen. U kunt ook een of twee via een netwerk verbonden cilinders met elkaar verbinden die geen relais kunnen besturen.
Een toepassing is die van een alarmdeur waarbij een elektrische cilinder wordt bestuurd door een leesapparaat, die tevens het deurmagneetcontact omleidt. Een geldige sleutel of een drukknop:
activeert de impuls voor relais-output K1 die is verbonden met de elektrische cilinder.
activeert de relais-output K2, die het magneetcontact op de alarmdeur omleidt gedurende een standaardperiode van 30 seconden. Deze periode kan worden gewijzigd via iLOQ S10 Manager.
De K1-relais kan ook kalendergestuurd zijn. In dit geval kan relais-output K2 niet kalendergestuurd zijn. Hierdoor wordt omleiding van een alarmdeur via iLOQ S10 Manager voorkomen.
In dit geval wordt de deurmodule geprogrammeerd.
In de tabel hieronder worden de inputs weergegeven die de outputs K1 en K2 besturen, en wordt weergegeven of de outputs kalendergestuurd zijn en of de deurstatus kan worden verbonden met de input.
K1 | K2 | DEURSTATUS | |
---|---|---|---|
Leesapparaat | X | X | |
L1 | |||
L2 | |||
IN1 | X | X | |
IN2 | X | ||
Kalender | X |
U kunt elke potentiaalvrije contactinformatie, zoals een magnetisch deurcontact, verbinden met IN2. Op deze manier kunt u verzoeken om de deurstatusinformatie via iLOQ S10 Manager en het gebeurtenissenlogboek voor de deurstatus bekijken. Als u bijvoorbeeld statusinformatie moet ophalen van zowel de ‘strike plate’ van de cilinder als de deur, kunt u de de cilinder- en deurcontacten serieel verbinden. In dit geval geeft de status aan of de deur is gesloten en vergrendeld, of niet.
U kunt deze installatie implementeren volgens de instructies in Een elektrische cilinder besturen via een sleutellezer of RFID-lezer. Stel de OPTIES dipswitches als volgt in:
S1 | AAN |
S2 | UIT |
S3 | UIT |
S4 | UIT |
S5 | UIT |