Bedieningselementen van het programmeerapparaat
Het programmeerapparaat wordt weergegeven in de afbeelding hieronder.
De LED-indicators zijn:
BATT — De batterij/communicatie-indicator.
STATUS — De statusindicator.
Een succesvolle cilinderprogrammering resulteert in de lichtsequentie hieronder:
- Wanneer u de programmeerkabel plaatst, gaat het BATT-lampje rood branden.
- Na enige tijd, verandert de kleur van het BATT-lampje in oranje.
- Het STATUS-lampje gaat groen branden.
De kleurcodes van het indicatorlampje worden in meer detail beschreven in de afbeelding hieronder:
Indicatorlampje | Beschrijving |
---|---|
BATT |
|
STATUS |
|
USB | Een groen lampje brandt wanneer het apparaat is verbonden met een computer via een USB-poort. Het apparaat ontvangt voeding via de USB-kabel. |
Bluetooth |
Als een Bluetooth-module is verbonden met het apparaat, knippert er tijdelijk een groen lampje nadat de voeding is ingeschakeld (Programmer-model P10S.20). Een groen lampje brandt wanneer het apparaat is verbonden met een computer via Bluetooth. |
Alle indicators |
|
De knoppen zijn:
- De aan/uit-knop.
- De LOG-knop voor het ophalen van audit-trailgebeurtenissen.
De connectors zijn:
- Een 3,5 mm jack voor het aansluiten van de cilinderprogrammeerkabel.
- Een USB-connector voor het aansluiten van de Programmer op de pc.
- Een connector voor de token.
- Een sleutelgat voor het programmeren van sleutels.